Resultaatgericht samenwerken

Resultaatgericht samenwerken

Resultaatgericht samenwerken

Resultaatgericht samenwerken

Twentevisie ging op bezoek bij Lucas Haafkes, directeur van het gelijknamige aannemersbedrijf met vestigingen in Goor en Deventer en tevens voorzitter van Bouwend Nederland Regio Twente. Via een videoverbinding (we zijn eraan gewend!) met Zoetermeer, namen ook enkele mensen van Bouwend Nederland deel aan het gesprek.

Stichting Pioneering
Kennis delen en elkaar vertrouwen. Volgens Lucas Haafkes is dit misschien wel de essentie en de basis waarop deze RGS-methode is gebaseerd. “We komen hier in Twente, een echte bouwregio met zo’n 170 bedrijven in deze sector, uit een tijd waarin we onze kennis het liefst voor ons zelf hielden. Dat is natuurlijk niet alleen typisch voor de bouw, want het delen van kennis met je concurrent lag nou niet echt voor de hand. In Twente hebben we, ook zo’n jaar of tien geleden, Stichting Pioneering opgericht. Dit platform waarin overheden, woningcorporaties, bouwbedrijven en het onderwijs samenwerken, heeft het delen van die kennis in de Twentse bouwwereld tot een speerpunt gemaakt. En dat was ook noodzakelijk. Want we staan als bouw- en vastgoedsector voor misschien wel de grootste uitdaging sinds decennia,” zegt Haafkes.

Total Cost of Ownership
RGS was een initiatief van Bouwend Nederland, OnderhoudNL (ondernemersvereniging voor schilders en onderhoudspecialisten) en Aedes (branchevereniging van woningcorporaties). RGS staat dus voor Resultaat Gericht Samenwerken. Moeten we hieruit dan afleiden dat dit dus voor die tijd niet gebeurde? “Nou, het zijn mooie woorden, dat klopt. Maar het is echt niet zomaar iets. Samenwerken in bouwteamverbanden was er natuurlijk altijd al. Ook dan geef je elkaar het vertrouwen en werk je samen aan een opdracht. Maar het grote verschil met RGS is dat we nu samen een resultaatafspraak maken. Niet alleen onderling met de verschillende opdrachtnemers, maar ook gezamenlijk met de opdrachtgever. Je brengt afzonderlijk van elkaar je technische kennis in en je kijkt er dan samen naar met de gedachte ‘als we dit doen, wat kost ons dat nu of wat heeft dat dan gekost na tien jaar’. Je kijkt meer naar de Total Cost of Ownership.” De Total Cost of Ownership in vastgoed staat voor de totale kosten over de gehele exploitatieperiode van het object of woningblokken. Zo heb je op bepaalde momenten te maken met bijvoorbeeld grote renovatie- en verduurzamingsvraagstukken.

Op de stoel van de opdrachtgever
Lucas Haafkes: “Ik zal het expliciete verschil tussen de traditionele wijze van vastgoedonderhoud en onderhoud op basis van RGS, op een eenvoudige manier proberen te verduidelijken. Binnen het RGS model is er niet meer, zoals voorheen, sprake van een aanbesteding waarbij de laagste prijs leidend is. Dat is niet effectief en efficiënt gebleken en leidt vaak ook tot hoge faalkosten. Bij RGS stelt de opdrachtgever een lijvig maar doordacht document op, waarin voor de komende drie, vijf of tien jaar staat aangeven welke onderhoudswerkzaamheden, de kwaliteitseisen waaraan deze dienen te voldoen, het jaarlijkse budget en het verwachte resultaat staan omschreven. Bouw-, installatie-, schildersbedrijven, allemaal krijgen ze hetzelfde document. Samen met de opdrachtgever, vaak een woningcorporatie of een beheerder van institutioneel vastgoed, wordt dan door de opdrachtnemers een plan binnen het geëiste kwaliteitsniveau opgesteld, waarbij eigenlijk al vanaf het begin taken en verantwoordelijkhedenworden verlegd naar de betrokken onderhoudsbedrijven. Alles wat je bijvoorbeeld aan gevelonderhoud doet, kun je allemaal vastleggen op papier, tot in het kleinste detail.” Aanvullend: “Voorbeeldje: de kozijnen van een compleet woningblok moeten worden vervangen. Deze nieuwe kozijnen dienen aan het einde van de contractperiode van vijf jaar aan het vooraf bepaalde resultaat van onderhoud te voldoen. De aannemer bepaalt aan de hand van de kwaliteitseisen van de opdrachtgever de constructie en investering in houtsoort, maar de schilder kan hierbij ook kiezen op welke wijze en met welke verf deze kozijnen worden afgewerkt. Beiden kunnen kiezen voor een hoge investering met een in aanvang voor hun een beperkte marge, ze maar verdienen deze investering terug,omdat dit voor minder onderhoud in de komende drie jaren gaat zorgen, zolang de afgesproken kwaliteit geborgd blijft. Deze waarborg wordt jaarlijks volgens het VGO Keurmerk gemonitord in relatie tot het afgesproken resultaat.” Het VGO-keurmerk is een hulpmiddel voor opdrachtgevers om de juiste onderhoudsbedrijven te kunnen selecteren, voor (planmatig)
vastgoedonderhoud, renovaties en verduurzamingsprojecten aan gebouwen en woningen. Het is multi-disciplinair en sluit aan op de behoefte van opdrachtgevers die het onderhoud geïntegreerd uitbesteden Het keurmerk is gebaseerd op de ‘Leidraad Resultaatgericht Samenwerken’, waarvan dit jaar een nieuwe versie is verschenen (zie website Bouwend Nederland).

'Stichting pioneering heeft het delen van die kennis in de Twentse bouwwereld tot een speerpunt gemaakt.'

Betrokkenheid bij de medewerkers
Volgens Lucas Haafkes is deze manier van samenwerking op het gebied van vastgoedonderhoud nieuw in de bouwsector: “Er zijn zeker sectoren te bedenken waar al veel langer met ‘prestatiecontracten’ wordt gewerkt. Maar de bouw is van huis uit traditioneel. De laatste jaren maken we een enorme innovatieslag door op alle fronten, waar deze manier van denken en werken er ook één van is. RGS biedt niet alleen voordelen voor de opdrachtgever. Zoals in het begin al gezegd: het is gebaseerd op vertrouwen en het delen van kennis. Door de transparante manier van samenwerking krijg je niet alleen inzicht in elkaars kosten, maar je bent ook samen aan het ondernemen en het geeft energie. We nemen risico weg bij de opdrachtgever en krijgen daar verantwoordelijkheden voor terug. Dat werkt ook prettig voor je medewerkers. Die werken dan samen met collega’s van andere bedrijven en die van de opdrachtgever zelf als één onderhoudsteam. Ze zijn daardoor ook meer betrokken; samen overleggen, plannen en de klus klaren.” Bij een traditioneel bouwteamoverleg is het vaak lastig om van tevoren een goede inschatting te maken van de startdatum. Van alles, van bezwaren, milieuaspecten tot en met de financiering, kan nog roet in het eten gooien. “Als aannemer kun je dan niet anders dan gewoon mee schuiven. Dat is lastig plannen. Onderhoudsbedrijven die met RGS werken, hebben hun capaciteit voor 2022 en sommigen zelfs al voor 2023 gepland. En dat is in tijd van personeelskrapte een groot goed,” zegt Haafkes.

Uitgangspunten Wet kwaliteitsborging
Vanuit Zoetermeer: “De invoeringsdatum van de Wet kwaliteitsborging staat gepland op 1 juli 2022. De wet beoogt een verbeterde borging van de bouwkwaliteit, een verbeterde positie van de consument, dan wel opdrachtgever, kwaliteitsverbetering en faalkostenvermindering. Dit zijn aspecten die allemaal in de RGS methodiek besloten zitten.” Zijn er in onze regio voorbeelden te noemen waar RGS al tot een standaard behoort? Haafkes: “Zeker. Grote woningcorporaties als Welbions, De Woonplaats en Domijn maken al een tijd gebruik van een vaste kern aan onderhoudsbedrijven en hebben voor de kleinere, dagelijkse klusjes nog altijd hun eigen onderhoudsploeg. Een aantal jaren geleden sprak iedereen over ‘ontzorgen’. Misschien zou je dat begrip in relatie tot RGS wel weer nieuw leven in kunnen blazen. Want daar komt het eigenlijk wel op neer.”

Meer info over RGS is te vinden op www.rgsnl.nl