Ugur Akdemir, Rianne Doeschot, Paul Schaap en Gaby Stokkers.

Inclusieve cultuur op de werkvloer

Ugur Akdemir, Rianne Doeschot, Paul Schaap en Gaby Stokkers.

Inclusieve cultuur op de werkvloer

Deze editie gaan we in gesprek met Gaby Stokkers, samen met haar broer Bart is zij directeur-eigenaar van Bouwbedrijf Stokkers uit Boekelo. De andere gesprekspartners zijn Ugur Akdemir, (senior projectmanager speciale projecten Koopmans Bouwgroep, Enschede), en Paul Schaap (regiodirecteur Croonwolter&dros, Apeldoorn). Bij Stokkers – bestaande uit drie bedrijven – zijn ze niet echt bewust bezig met inclusiviteit, maar dat betekent niet dat het totaal wordt genegeerd. Gaby Stokkers: “We zullen echt niet tegen mensen die bij ons komen solliciteren zeggen dat ze niet passen in de bouwsector. We gunnen uiteraard iedereen een kans, maar we gaan nou ook weer niet zo ver dat we in een personeelsadvertentie zetten: vrouw gezocht. Vanzelfsprekend praten we serieus met ze.” Paul Schaap meldt dat zijn bedrijf een gemêleerde samenstelling kent, maar Croonwolter&dros met z’n verschillende vestigingen in het land is dan ook aanzienlijk omvangrijker dan Stokkers. “Er is aandacht voor verschillende culturen”, zegt Paul Schaap. “Zo leggen we bijvoorbeeld op ons intranet uit wat de achtergronden van islamitische en christelijke feestdagen zijn. En dat doen we consequent. Ook geloven we in gemêleerde teams. Die diversiteit zorgt voor meer creativiteit en oplossingsgerichtheid. Iets wat in de huidige markt echt meerwaarde kan geven.”

Nieuwe aanwas

Ugur Akdemir: “De bouwwereld is een traditionele branche . Met een oude garde die zegt: dit doen we al dertig jaar op deze manier en zo doen we het nog steeds.” Maar met de komst van jonge collega’s lijkt er een generatiekloof te ontstaan. Ugur Akdemir: “Daar besteden we veel aandacht aan. Zo krijgen leidinggevenden en projectleiders trainingen over de nieuwe leiderschapsstijl. Elkaar begrijpen en aanvoelen, daar draait het om", zegt hij. Het is ook de basis van inclusiviteit in het bedrijfsleven. Terug naar vrouwen in de bouw: op bouwplaatsen zijn ze nog zeldzame verschijningen. Gaby Stokkers kent de sfeer nog uit haar stageperiode: “Op de bouwplaats moest je wel je mannetje staan, want je werd uitgetest. Je moest tegen grapjes en opmerkingen kunnen, dan werd je wel geaccepteerd. Maar die cultuur verandert. De keetpraat is anders geworden.” “Er werken steeds meer vrouwen in de bouw”, constateert Ugur Akdemir. “Bij afdelingen als projectontwikkeling, projectcoördinatie en werkvoorbereiding zie je hen steeds vaker.” En het aantal jongeren groeit gestaag bij de bedrijven. Uiterst noodzakelijk natuurlijk, tegen de achtergrond van de vergrijzing. Ugur Akdemir: “Er komt nieuwe aanwas, maar het moeten er meer worden en dat duurt nog wel even.” “De mogelijkheden voor een specialisatie zijn in elk geval zeer breed”, vertelt Paul Schaap. En via het opleidingsfonds van TBI – waar Koopmans en Croonwolter&dros onder vallen – kunnen ze, vanaf mbo-niveau, overal aan snuffelen.

Inclusiviteit

“Een inclusieve houding, dat betekent dat niemand wordt uitgesloten en iedereen zich geaccepteerd en comfortabel voelt op het werk”, legt Ugur Akdemir nog eens uit. “Het is ook van belang voor de continuïteit”, zegt hij. “Het gaat niet alleen om het aannemen van personeel, maar ook om de medewerkers vast te houden. Dat is best een uitdaging!” “Daarom is het belangrijk om op de werkvloer met elkaar te blijven praten”, vult Gaby Stokkers aan. “Als gesignaleerd wordt dat iemand zich niet lekker op zijn plek voelt, gaan we direct het gesprek met hem of haar aan.” “Persoonlijke begeleiding van nieuwkomers is eveneens van belang”, vult Ugur Akdemir aan. Daarom volgen alle leidinggevenden bij Koopmans een opleidingstraject over de nieuwe manier van leidinggeven. “We willen een omgeving creëren waarbij iedereen zich bij onze organisatie betrokken voelt.” De term valt met enige regelmaat tijdens het gesprek: SROI. Oftewel: Social Return On Investment. Zo is dat verplicht bij overheidsopdrachten. Daarbij moet een percentage medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. “Bij Croonwolter&dros doen ze dat ook zonder verplichting”, zegt Paul Schaap. “Bij de nieuwbouw van de sluis bij Eefde hebben we de groenvoorziening bijvoorbeeld uitbesteed aan een sociale werkplaats. Dat doen we vaker, bedrijven uit de buurt inschakelen bij een project.” “Op kleinere bouwplaatsen is het evenwel lastiger om een sociale werkplaats bij het werk te betrekken”, reageert Gaby Stokkers. Hetzelfde geldt voor mensen met een migratieachtergrond die de Nederlandse taal (nog) niet machtig zijn. Het is puur praktisch: “We vinden dat er goed gecommuniceerd moet worden met onze klanten.” Bij de bedrijven van Ugur Akdemir en Paul Schaap zijn er daarom altijd een Nederlands of Engelssprekende voorman aanwezig die de opmerkingen van zijn collega’s met dezelfde achtergrond kan vertalen. Dat heeft vooral met veiligheid te maken: ze moeten elkaar begrijpen en dingen kunnen uitleggen.

De drie grijpen nog even terug naar de komst van de jonge generatie. Jongeren zijn niet alleen broodnodig om het personeelsbestand op peil te houden, maar ook vanwege hun creatieve en innovatieve houding. Paul Schaap: “Jongeren weten wat je bijvoorbeeld met een iPad kunt doen, er wordt met drones gevlogen om zandverplaatsingen te overzien en er wordt met 3D-modellen gewerkt.” Bij de samenstelling van projectteams wordt daar ook rekening mee gehouden. Ugur Akdemir herkent dat: “bij Koopmans gaat het net zo, eenzijdigheid wordt vermeden.” Ook van belang: rolmodellen op de werkplek. Ze kunnen nieuwe collega’s introduceren, ze zijn vraagbaak en zijn al bij het sollicitatiegesprek aanwezig als vertaler. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Croonwolter&dros. En nog een aandachtspuntje: de mogelijkheden om door te groeien naar hogere functies. “In het mkb ligt dat wat moeilijker”, zegt Gaby Stokkers. En Paul Schaap: “Carrière maken kost tijd!”