Advertorial

Nieuwe btw-regels voor vastgoed vragen om voorbereiding

Advertorial

Nieuwe btw-regels voor vastgoed vragen om voorbereiding

Per 1 januari 2026 treedt een nieuwe btw-herzieningsregeling in werking voor kostbare diensten aan onroerende zaken. Dat klinkt technisch, maar de gevolgen kunnen groot zijn. “Een zorgvuldige voorbereiding is essentieel om fiscale verrassingen te voorkomen”, zegt Joost Severs, belastingadviseur bij Moore MKW. Hij adviseert vastgoedbezitters, beleggers en huurders om hun administratie tijdig aan te passen aan de nieuwe regels.

Inzicht in de nieuwe regels

Tot nu toe gold de herzieningsregeling alleen voor investeringsgoederen, zoals de aankoop van panden. Vanaf 2026 vallen ook diensten van € 30.000 of meer hieronder, bijvoorbeeld renovaties, installaties en schilderwerk. Deze diensten moeten vier jaar na het jaar van ingebruikname worden gevolgd in de administratie. Als het gebruik van het vastgoed in die periode verandert, kan dit leiden tot een (gedeeltelijke) terugbetaling of extra aftrek van btw.

Een zorgvuldige administratie is cruciaal

“Veel organisaties hebben hun administratie nu niet ingericht op afzonderlijke herzieningstermijnen per dienst”, legt Joost uit. “Zorg daarom dat ook diensten aan onroerende zaken van meer dan € 30.000 per dienst afzonderlijk inzichtelijk zijn. Bij wijzigingen in het gebruik of de levering van de onroerende zaak is het verstandig om altijd contact op te nemen met een adviseur omzetbelasting.”

Voorkom onnodige btw-correcties

Om administratieve druk te voorkomen kan het zelfs voordelig zijn om investeringen nog in 2025 af te ronden en in gebruik te nemen. Zo vallen deze nog onder de huidige regels. “Een goede voorbereiding voorkomt verrassingen achteraf. Door tijdig te analyseren wat er binnen je vastgoedportefeuille verandert, houd je grip op je btw-positie”, besluit Joost.