Gerard cornelisse creëert podia voor kunstenaars:

‘Theater moet weer productiehuis worden’

Gerard cornelisse creëert podia voor kunstenaars:

‘Theater moet weer productiehuis worden’

Het gebeurt allemaal in de ruime regio van Twente, een landstreek die in de eerste vijftig jaren van zijn leven geen rol speelde. De geboren Jordanees en nakomer in een gezin van negen groeide op in een tijd waarin jonge mensen zich vrijvochten. “Ik ging Theaterwetenschappen studeren. Ik was politiek bewust, ging de straat op om affiches te plakken.”

Podium creëren
Zo’n twaalf jaar geleden kwam Twente in beeld. Cornelisse kende Simone Kratz, toen programmeur en nu artistiek directeur bij het Wilminktheater. “Twente kende ik niet, maar ik werd voor altijd verliefd op Simone. Tegelijkertijd hoorde ik hier al die mooie verhalen. Ik verbaasde me over de enorme bescheidenheid van de Tukkers terwijl zestig procent van het bruto nationaal product direct of indirect uit Twente komt. Waarom voelen Twentenaren dat niet? Randstedelingen zijn zo anders. Waar zit ’m dat in, vroeg ik mezelf af. Precies dat is de kern van die eerste productie ‘Van Katoen en Nu’ over de textielindustrie in Twente: kruip uit je schulp en wees trots.” Cornelisse benadrukt steeds weer dat hij geen kunstenaar is. “Ik doe niets anders dan voor hen een podium creëren. De kunstenaar doet wat een ander niet doet. Die ziet wat anderen niet zien. Durft wat anderen niet durven.”

Gerard Cornelisse

Zoveel onderbelichte verhalen
De Jordanese geëngageerde vrijbuiter, die producties over de hele wereld deed, cabaretier Marc Marie Huijbregts in moeilijke tijden meer podium gaf, Willeke de Musical (1995) als ode aan de vrouwen in zijn familie produceerde en een Oscar en twee gouden kalveren won met de film Antonia (1995), ontdekte dat verhalen in het oosten wezenlijk anders zijn dan in het westen. “Er zijn zoveel onderbelichte verhalen. Als je mij vraagt naar de hoogtepunten, dan is mijn eerste productie ‘Van Katoen en Nu’ hier in Twente daar absoluut één van. Uitgevoerd op het Indië-terrein in Almelo voor zeker tienduizend bezoekers. Een verhaal over honderd jaar textielindustrie, de gloriejaren maar ook de teloorgang. De toenmalige burgemeester Jon Hermans wilde het gevoel van trots in de regio terugbrengen. Mensen zeiden ‘joajoa’, en ik dacht ‘mooi’, maar het was een Twents ‘Jaja, dat gaat je nooit lukken.’ Maar het lukte. Iedereen bleek te willen samenwerken. Professionals, amateurs, het Nederlands Symfonieorkest. Die verlaten industriële plek is nu een booming woon- en leefgebied geworden.”

Broadway
Ook zijn periode met theatermaker Theo Terra en het poppentheater Terra in de jaren tachtig was een hoogtepunt voor Cornelisse. “Het was vernieuwend. We maakten de voorstelling Zwanendons en speelden die wereldwijd, tot aan Broadway; honderdduizenden kinderen over de hele wereld hebben die voorstelling gezien. Het feit dat je iets teweeg brengt, dat drijft me.”

Koffie in plaats van latte met havermelk
“Ik ben een generalist, een tienkamper. Als er leuke mensen met een leuk idee voorbijkomen, dan wíl ik graag ondernemen, in welke vorm dan ook. Dat maakt me gelukkig. Bij het Wilminktheater zagen toenmalig directeur Judith Hartman en Simone Kratz de potentie van het maken van producties in eigen beheer. Sterker nog: wat mij betreft moeten theaters ook weer een productiehuis zijn. Het Wilminktheater is behoorlijk uniek op dat vlak terwijl het eigenlijk niet zo ingewikkeld is hoor. De zaal is er, de kunstenaars willen graag, alles is er. Minstens zo belangrijk is dat de makers in Twente moeten willen zijn en liefst ook blijven. Door deze producties creëren wij die omgeving. Hier is rust om het te kunnen maken zonder de hectiek van de Randstad. Hier drink je gewoon koffie in plaats van een latte met havermelk.”

Behoefte aan een gezamenlijk verhaal
Cornelisse is 68, feitelijk al met pensioen maar produceert nog volop. Deze maand staat De Twentse Eindejaarsconference op de rol, de musicals Scrooge en Christmas Night, en dan ook nog Diner veur Ene. De vergunning voor Van Katoen en Nu deel II is net binnen, de film Kraak zit in de pen, evenals het verhaal over Alphons Ariëns, die zich als kapelaan het lot van de textielarbeiders aantrok en vocht tegen het alcohol- misbruik in de vroegere wijk De Krim in Enschede. Het is maar een kleine greep. Opnieuw, met nadruk: “Het gaat om het principe, je moet het hier maken. Wíj weten wat er speelt. Er is geen kerk meer maar wel behoefte aan een gezamenlijk verhaal. Een productie moet gedragen worden door de samenleving, pas dan werkt het.“