Arnold Bruggink De nieuwe Technisch Directeur van FC Twente “ Niet iemand die snel in de paniekstand schiet”

Arnold Bruggink De nieuwe Technisch Directeur van FC Twente “ Niet iemand die snel in de paniekstand schiet”

‘ Wij gaan Europa in’, klonk het begin juni vol extase vanaf de tribunes in De Grolsch Veste. Voor de tweede opeenvolgende keer had FC Twente zich geplaatst voor de voorronde van de Conference League: in 2022 via een vierde plaats in de Eredivisie, in 2023 via de play-off, na in de reguliere competitie als vijfde te zijn geëindigd. Vierde en vijfde, na jaren van kommer, kwel, sportieve én financiële malaise: het was een herrijzenis van jewelste, tot stand gekomen onder de vleugels van hoofdtrainer Ron Jans en technisch directeur Jan Streuer.

Dit tweetal haalde een waar kunststukje uit, zeker ook vanuit bedrijfseconomisch oogpunt. Vergeten talenten en spelers die transfervrij waren gehaald of voor een prikkie op de kop getikt: ze genereerden – door het succes en de, uiteraard, eigen ontwikkeling – binnen de kortste keren een veelvoud van hun aanvankelijke transferwaarde. Zo vertrekt Ramiz Zerrouki voor ruim zeven miljoen naar Feyenoord en Vaclav Cerny voor een soortgelijk bedrag naar VfL Wolfsburg, terwijl FC Twente ook voor spelers als Gijs Smal, Mees Hilgers en Joshua Brenet fraaie transfersommen kan toucheren.

Zware erfenis

Het maakt Jan Streuer op zijn oude dag tot de beste en meest geroemde technisch directeur van Nederland. In die rol zou hij nog graag een extra seizoen in de Grolsch Veste zijn aangebleven, maar het gebrek aan besluitvaardigheid bij de Raad van Commissarissen, over al dan niet verlengen, wekte zoveel irritatie op, bij hem én Jans, dat het tweetal eind februari besloot na het seizoen gezamenlijk de handdoek te werpen. Zij kozen de vlucht vooruit, weigerden zich te laten piepelen. Arnold Bruggink, de nieuwe technisch directeur, schrok best van die plotselinge ontwikkeling. Het liefst had hij nog een jaartje meegelopen met Streuer, om in diens slagschaduw de nodige extra vlieguren te maken. In plaats daarvan krijgt hij al vanaf 1 september een tamelijk zware erfenis in de schoot geworpen. Lastig? Misschien. Onoverkomelijk? Zeker niet.

Bruggink, die op zestienjarige leeftijd zijn debuut als profvoetballer maakte voor FC Twente, voelt zich dertig jaar later klaar om verantwoordelijkheid te pakken. Het voorbije decennium werkte hij als analist voor voetbalzender ESPN en die veilige rol had hij tot zijn pensioen kunnen vervullen, ware het niet hij de tijd rijp achtte daadwerkelijk iets aan de voetballerij bij te dragen, in naam van de volksclub uit zijn (huidige) woonplaats. Dat is zonder meer een moedige keuze, want Bruggink komt vol in de, door pers, publiek en social media aangewakkerde, dynamiek van hoge verwachtingspatronen en oplaaiende emoties terecht. De eerste effecten van zijn nieuwe functie zijn niet te negeren. Bruggink kan niet de supermarkt in zonder ongevraagd transfertips te krijgen. “ Maar dat is ook mooi ”, zegt hij daarover. “ Omdat het aangeeft hoe FC Twente leeft.” Ook zijn telefoon maakt sinds kort overuren. Zaakwaarnemers weten hem massaal te vinden om de nieuwe Cerny, de nieuwe Zerrouki of andere ‘zekere parels’ aan te bieden. “ Ook dat is een nieuwe, maar zeker interessante dimensie”, merkte hij al op.

Welgemanierd

Het (afbreuk) risico schuilt hem wellicht in zijn dna. De zoon van een dierenarts uit Geesteren is fatsoenlijk, welgemanierd, rustig, menswaardig, intelligent. In het normale leven een lijstje met prima gedragskenmerken, in de voetballerij niet per se. Zoals een voetballer soms een klootzak moet zijn, geldt dat in principe ook voor de technisch directeur. In het krachtenveld van (contract) onderhandelingen zijn blufpoker, sluwheid en scherpe ellenbogen geen overbodige luxe, maar laat Bruggink dan maar de technisch directeur zijn die het op zijn manier doet. Het zijn nog altijd de uitzonderingen die de regel bevestigen.

Aan de andere kant maken ze hem de ‘pis niet zo snel meer lauw’, zoals dat zo mooi heet. Bruggink heeft, gedurende zijn voetballoopbaan, aan persoonlijkheid, onverstoorbaarheid en relativerend vermogen gewonnen. Zeker, hij heeft last gehad van de druk van het moeten presteren, bij PSV vooral, maar daar vanaf zijn 26e een oplossing op gevonden door in gesprek te gaan met sportpsychologen. Het verschafte hem het inzicht dat je niet een slechter mens bent wanneer je niet voldoet aan de (sportieve) verwachtingen van de buitenwereld. Een bepaald rustgevende gedachte. Bij Hannover ’96 maakte hij de overtreffende trap mee van psychische problematiek in de voetballerij. In 2009 pleegde de 32-jarige doelman Robert Enke, ook keeper van die Mannschaft, zelfmoord door zichzelf voor een trein te gooien, kort na in de Bundesliga nog een topprestatie te hebben geleverd in een wedstrijd tegen Hamburger SV. Bruggink, die na de dood van Enke de aanvoerdersband kreeg omgebonden, had zelf nooit iets gemerkt van diens worsteling met een diepe depressie, ook al trokken ze op de club veel naar elkaar toe.

Antenne

Het zijn dit soort ervaringen die impliceren dat Bruggink ook bij FC Twente een speciaal oog zal hebben voor de mentale gezondheid van de spelers. Daar hoort ook psychologische begeleiding bij, voor de voetballers die daar behoefte aan hebben. Waarbij het in eerste instantie uiteraard gaat om kwaliteit en talent. Ook daar heeft Bruggink, zelf een exponent van de regio, een antenne voor. Onder zijn vleugels zal FC Twente zeker gaan inzetten op (regionale) scouting en de kwaliteit van de jeugdacademie, die samen wordt gedragen met Heracles Almelo.

Maar zoals het in de wereld van het voetbal gaat, zullen vooral de resultaten van de hoofdmacht de graadmeter zijn voor het welslagen van zijn missie als technisch directeur. Samen met Streuer werkt Bruggink momenteel aan het samenstellen van een representatieve selectie, die gaat proberen het hoofdtoernooi van de Conference League te bereiken en in de Eredivisie (weer) in de top vijf mee te draaien. Met een spelersbudget van 8,5 miljoen euro moet op papier een vijfde, zesde plaats mogelijk zijn. Of dat met de nieuwe, onervaren trainer Joseph Oosting, afkomstig van RKC Waalwijk, realistisch is, zal de praktijk gaan uitwijzen.

Feit is dat het Twentse publiek van nature kritisch is. Na een vierde en vijfde plaats zal pakweg een achtste plek niet zomaar gepikt worden, gerenoveerd elftal of niet. Daarvan is Bruggink uiteraard op de hoogte. Mocht komend seizoen onverhoopt niet aan de verwachtingen kunnen worden voldaan, dan is de nieuwe technisch directeur de laatste die in de paniekstand zal schieten. Hij heeft wel gekkere dingen meegemaakt in de voetballerij. En een slechter mens zal hij er zeker niet door worden.