Twente heeft een stevige positie verworven in de logistieke sector van Nederland. In het bedrijfsleven wordt samengewerkt. Ook overheden haakten aan waardoor onze regio, als innovatiehub en grote speler in de maakindustrie, ook indruk maakt als logistieke hotspot. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we deze positie behouden en verstevigen? Rianne Doeschot, directeur van IKT, dé Twentse netwerkorganisatie, bracht drie vertegenwoordigers van de sector samen voor een goed gesprek op één van de mooiste locaties in de regio: Wijngaard Hof van Twente in Bentelo.
Jan-Peter Müller, CEO van Müller Fresh Food Logistics in Holten, Edwin Asveld, CEO van TransHeroes in Hengelo en Michel Wentink, directeur bij Noordendorp Transport in Haaksbergen, zijn trots op wat de sector tot dusver voor elkaar heeft gebokst, maar zien ook kansen en uitdagingen voor de toekomst van deze dynamische branche.
Vertrouwen kweken
“We staan als logistieke regio sterk op de kaart”, weet Jan-Peter. “Door de ontwikkeling van XL Businesspark, Port of Twente en de bijdrage van Twenteboard en VNO NCW, is er qua groei ‘geen houden meer aan’. Er is een sterk netwerk ontstaan. Dat levert niet direct iets op qua omzet, maar doordat je elkaar in dit soortverbanden treft en gezamenlijk de schouders eronder zet, wordt vertrouwen gekweekt. Dat draagt bij aan een sterke sector waar werkgelegenheid is op alle niveaus, van magazijnmedewerkers tot in de automatisering en finance.”
Belangrijk natuurlijk, maar in de huidige arbeidsmarkt is het bijna vechten om personeel. “Dat geldt ook in de transport en logistiek uiteraard”, aldus Jan-Peter. “Daarin is huisvesting overigens het grootste probleem. We doen er dan ook alles aan om ervoor te zorgen dat we huisvestingkunnen aanbieden. Ik denk dat we toe gaan naar hoe het vroeger was: ik zie locaties als het Tuindorp in Hengelo voor me waar vroeger de medewerkers van Stork woonden.” Michel vult aan: “Ook de infrastructuur moet beter. Steeds meer internationale truckparkings worden gesloten. Chauffeurs hebben geen plek om te rusten en te douchen en zonder voldoende plekken is de veiligheid in het geding. Waarom niet op ieder groot bedrijventerrein een aantal plekken voorchauffeurs met een fatsoenlijke douche en toilet?”
“TRANSPORT IS EEN COMPLEXE MATERIE”
Accu opladen
Chauffeurs zullen altijd nodig zijn, want volgens de drie is een zelf rijdende - elektrische - vrachtwagen nog ver weg. “Er worden wel stappen gezet, maar voor onze sector is elektrisch rijden nog niet interessant vanwege de beperkte actieradius”, stelt Michel. “Ontwikkeling gaat snel, maar ik denk dat we gemeenten moeten bewegen om ons een aantal jaren meer te geven om de transitie te maken. Aan de voorwaarden om over te stappen, is nog niet helemaal voldaan. Er moet geïnvesteerd worden in voldoende (snel)laadpleinen waar in 45minuten een accu opgeladen kan worden, in de rusttijd van een chauffeur”, vult Jan-Peter aan.
In de transport en logistiek wordt met grote belangstelling gekeken naar innovaties om in te zetten in de branche. “In ons eigen bedrijf bijvoorbeeld, investeren we in digitalisering om onze klanten te ontzorgen. Dit soort innovaties is noodzaak. Gelukkig hebben we hier een fantastische maakindustrie die op dit thema prima inhaakt en ons helpt stappen te zetten inde digitalisering, zodat we de mensen kunnen gebruiken waar ze nodig zijn en techniek kunnen inzetten om mensen te ontlasten.”
Lege vrachtwagens
Er is veel winst te behalen door digitalisering, samenwerking, robotiseringen verduurzaming, maar volgens de drie moeten we het niet overdrijven. Jan-Peter: “Transport is een complexe materie. Het zou mooi zijn als geen enkele vrachtwagen leeg zou rijden, maar dat is niet haalbaar. We kunnen geen voedsel vervoeren in een wagen die leeg terugrijdt na het lossen van gevaarlijke stoffen en je zult met een lege vrachtwagen naar een boer moeten rijden om melk op te halen. Mensen hebben er vaak geen weet van hoe specialistisch transport is. Denk alleen al aan veetransport en alle eisen waaraan dat moet voldoen. Alleen al in de regio Rijssen-Holten zijn er twaalf specialistische vervoersbedrijven. De diversiteit is enorm.”
Het neemt niet weg dat de leiders van deze driemiljoenen bedrijven net als hun Twentse collega’s nauwlettend volgen wat de ontwikkelingen zijn. Bijvoorbeeld biologische diesel waarmee 90 procent besparing op mogelijk is en vrachtwagens met zonnepanelen op het dak die de energie leveren voor de elektriciteit die de chauffeur gebruikt onderweg. Genoeg energie opwekken voor het rijden zelf is nog toekomstmuziek. Dan nog de belofte van waterstof. Er is beweging genoeg. “Als we gezamenlijk blijven optrekken als Twentse transport-en logistiek bedrijven en als we in gesprek blijven met overheid en organisaties als Port of Twente, Twenteboard en VNO-NCW, behouden we als regio een van de topposities”, stelt Edwin. “Bovendien: in Twente is nog ruimte om te bouwen zodat we als regionale bedrijven verder kunnen.”